![]() |
Impara Lingue Online! |
![]() |
|
|
|
| |||||
Hier is ons huis.
| |||||
Het dak is boven.
| |||||
De kelder is beneden.
| |||||
Achter het huis is de tuin.
| |||||
Voor het huis is er geen straat.
| |||||
Er staan bomen naast het huis.
| |||||
Hier is mijn woning.
| |||||
Hier zijn de keuken en badkamer.
| |||||
Daar zijn de woon- en slaapkamer.
| |||||
De voordeur is gesloten.
| |||||
Maar de ramen zijn open.
| |||||
Het is heet vandaag.
| |||||
Wij gaan naar de woonkamer.
| |||||
Daar is een sofa en een fauteuil.
| |||||
Neemt u plaats!
| |||||
Daar staat mijn computer.
| |||||
Daar staat mijn stereo.
| |||||
De televisie is helemaal nieuw.
| |||||